Anne zit in groep 5 als ze voor particuliere rekenbegeleiding wordt aangemeld bij Opdidakt. Hoe hard ze ook werkt op school, het rekenen wil maar niet lukken. Ze raakt hierdoor gefrustreerd en is erg verdrietig als ze weer een lage Cito-score voor rekenen behaalt. Haar ouders besluiten daarom om hulp in te schakelen.
Rekenen niet leuk
De eerste keer dat Anne naar de begeleiding komt, zegt ze meteen dat ze rekenen niet leuk vindt. Ze snapt er niets van en vindt het saai. Anne wil helemaal geen rekenbegeleiding. ‘Het lukt me toch nooit!’, zegt ze. Al snel begrijp ik dat het binnen de begeleiding niet alleen belangrijk is te werken aan de rekenkennis van Anne, maar ook aan haar zelfvertrouwen.
Een mooi voorbeeld hiervan is de begeleiding over lengtematen. Anne geeft aan dat ze wil werken aan het zich eigen maken van maten. Ze geeft aan dat ze deze niet uit elkaar kan houden en vindt het erg moeilijk om ermee te rekenen. Voordat we aan de slag gaan, vraag ik eerst of ze voorbeelden kan noemen. Kan ze iets in mijn kamer noemen wat een centimeter lang is? En een meter? Dit blijkt erg lastig voor Anne.
Naar buiten toe
Aangezien rekenen draait om inzicht, besluit ik met haar naar buiten te gaan. We nemen een meetlint mee en gaan kijken wat we allemaal tegenkomen. Hoe breed zou een stoeptegel zijn? Hoe lang is deze tak van de boom. Ook auto’s en bladeren worden allemaal gemeten. Daarna gaan we samen kijken of we kunnen schatten hoeveel centimeters er in een decimeter passen. En hoeveel decimeter zou er eigenlijk in een meter gaan? Al gauw zie ik dat Anne geniet van het zelf ondervinden. Ze geeft aan dat ze denkt dat ze nog wel iets kan vinden van een meter. Ook kan ze al aardig goed inschatten hoeveel tegels er in de lengte van een auto passen. Weer binnen schrijven we in haar spiekboekje voorbeelden op van afstanden. De decimeter was de breedte van de bakstenen. De centimeter de dikte van de tak.
Als ik de koppeling maak naar haar werkblad, is ze blij verrast om te merken dat ze de opdrachten nu heel goed kan maken. ‘Ik denk gewoon aan de dingen die ik buiten heb gezien!’, is haar reactie. Als huiswerk krijgt Anne een werkblad mee naar huis. Een week later vertelt Anne heel enthousiast dat het dankzij het oefenen buiten en haar spiekboekje gelukt is om de sommen te maken.
Laura Groeneveld-van Es (Orthopedagoog)