Intelligentie

Wat is intelligentie?

Een bekende omschrijving van intelligentie is het vermogen van een individu om doelgericht te handelen, rationeel te denken en effectief met de omgeving om te kunnen gaan. Het zegt iets over hoe goed je kind zich kan aanpassen aan verschillende situaties en over de mate waarin hij of zij over vaardigheden beschikt die daarin van hem of haar verwacht worden. Daarnaast zegt het iets over het gemak waarmee hij of zij de wereld om zich heen begrijpt en in staat is om informatie uit de omgeving te verwerken en er betekenis aan te geven door erover na te denken. Intelligentie is een belangrijke (maar niet de enige) voorspeller van schoolprestaties.

Verschillende intelligentietests

Als ouder kun je heel nieuwsgierig zijn naar het intelligentieniveau van je kind. Een beetje rondneuzen op het internet leidt al snel tot veel verschillende informatie over intelligentietests. Sommige informatie is inmiddels al verouderd of heeft betrekking op intelligentietests die in het buitenland worden gebruikt. Om onduidelijk te voorkomen over de intelligentietests voor kinderen die wij gebruiken, leggen we hieronder graag het een en ander uit:

WISC-III: Performale intelligentie (performaal IQ) en verbale intelligentie (verbaal IQ)

WISC staat voor Wechsler Intelligence Scale for Children, ontwikkeld door de Amerikaanse psycholoog David Wechsler. Het is een intelligentietest die bedoeld is voor kinderen van 6-17 jaar. De WISC-III schaal maakt een onderscheid tussen twee typen intelligentie: performale intelligentie en verbale intelligentie. Performale intelligentie heeft te maken met het oplossen van problemen en het praktisch denken. Hieronder valt ook het ruimtelijk inzicht, het plannen en de fijne motoriek. Het verbaal IQ, daarentegen, zegt iets over het denken in woorden en het verbale geheugen. Hierbij kun je denken aan abstract redeneren, algemene kennis, rekenkundig inzicht en geheugen.

De 'intelligentiekloof'(V-P kloof)

In de WISC-III wordt ook gesproken over de zogeheten 'intelligentiekloof' of 'V-P kloof'; wanneer er sprake is van een significant verschil tussen het performaal IQ en verbaal IQ (een verschil groter dan 15 punten), dan wordt er gesproken van een intelligentiekloof. Een kind met bijvoorbeeld een hoge performale intelligentie en een lage verbale intelligentie kan wel goed denken, maar is bijvoorbeeld minder goed in het zichzelf uiten. Dit kan uiteindelijk voor veel frustratie zorgen. Andersom is ook mogelijk: een kind met een lage performale intelligentie en een hoge verbale intelligentie zal bijvoorbeeld goed in staat zijn om zijn of haar eigen plannen op hoog niveau uit te denken en te verwoorden, maar deze niet goed kunnen uitvoeren. Dit kan ervoor zorgen dat hij of zij het gevoel krijgt te falen.

Sinds 2018 gebruiken we in Nederland WISC-V

De WISC-III is in Nederland ruim 15 jaar gebruikt. Sinds 2018 maken we echter gebruik van zijn opvolger: WISC-V (de WISC-IV werd in Nederland niet uitgebracht). Deze test verschilt aanzienlijk ten opzichte van zijn voorganger. Wetenschappelijke onderzoeken en theorieën hebben sinds het gebruik van de WISC-III namelijk niet stilgelegen. Tegenwoordig wordt er dus niet meer onderscheid gemaakt tussen performale intelligentie en verbale intelligentie.

De WISC-V is gebaseerd op een andere theoretische basis, het zogeheten CHC-model. Dit model werkt met indexen in plaats van schalen en houdt rekening met tien verschillende vaardigheden:

  1. Fluïde redeneren (het vermogen om nieuwe, onbekende problemen op te lossen);
  2. Visuele informatieverwerking (het vermogen om een mentale voorstelling te maken en het herkennen en gebruiken van visuele patronen);
  3. Verwerkingssnelheid (het snel en vloeiend volbrengen van een (eenvoudige) taak);
  4. Kwantitatief redeneren (redeneren met getallen, wiskundige concepten);
  5. Auditief werkgeheugen (het oppikken en verwerken van geluiden);
  6. Schoolvaardigheden (lezen en schrijven, het begrijpen van geschreven taal);
  7. Gekristalliseerde kennis (de mate waarin je (cultuurspecifieke) kennis kan aanleren en effectief kunt toepassen;
  8. Kortetermijngeheugen;
  9. Langetermijngeheugen;
  10. Reactiesnelheid (snelheid van reageren of beslissen).

Lees meer over het nut van een intelligentieonderzoek.

 

Benieuwd hoe wij kunnen helpen?

Meld je aan of neem contact met ons op.