Dat het hebben van voldoende zelfvertrouwen belangrijk is voor je kind, hoeven we je niet te vertellen. Niet alleen zorgt zelfvertrouwen ervoor dat je kind makkelijker nieuwe uitdagingen aangaat en een positief zelfbeeld heeft, het zorgt er ook voor dat je kind fouten durft te maken zonder daar een slecht gevoel bij te hebben. En laat dát nou net heel belangrijk zijn als je kind te maken heeft met een leerstoornis.

Een deuk in het zelfvertrouwen van je kind

Het hebben van een leerstoornis op zichzelf is al heel vervelend voor een kind. En wat dubbel zo vervelend is, is dat een leerstoornis voor een flinke deuk kan zorgen in het zelfvertrouwen van je kind. Door een leerstoornis zal je kind vaker fouten maken met bijvoorbeeld rekenen of spellen dan zijn of haar klasgenootjes. Hierdoor kunnen negatieve gedachten ontstaan zoals “ik kan dit niet” of “ik haal toch een onvoldoende op die toets”. Je kunt zelf wel raden dat dit zorgt voor onzekerheid en dat het zelfs kan leiden tot faalangst.

Jouw rol als ouder

Als ouder heb je gelukkig veel invloed op het zelfvertrouwen van je kind! Kinderen worden er namelijk niet mee geboren. Het krijgen van zelfvertrouwen gebeurt ook niet zomaar: door het hebben van positieve ervaringen bij de dingen die je kind onderneemt, neemt het zelfvertrouwen langzaamaan toe. Hoe meer positieve ervaringen je kind heeft, hoe sterker het zelfvertrouwen wordt. Dus hoe kan je als ouder een positieve bijdrage leveren aan het zelfvertrouwen van je kind, zodat hij of zij beter kan omgaan met een leerstoornis?

Tips voor het vergroten van zelfvertrouwen bij je kind

Met onderstaande tips kun je ervoor zorgen dat je kind langzaamaan zijn of haar zelfvertrouwen opbouwt, wat ten goede zal komen bij het omgaan met een leerstoornis. Verwacht geen wonderen in het begin; het opbouwen van zelfvertrouwen is opbouwend proces, maar een die de moeite dubbel en dwars waard is!

1. Luister naar je kind
   Het is belangrijk dat je kind het gevoel heeft gehoord te worden en ertoe te doen. Geef je kind de ruimte om zijn of haar mening en ideeën te delen. Let erop dat je hierbij oogcontact maakt en je kind niet onderbreekt met jouw eigen mening of idee.
2. Leer je kind dat fouten maken mag
   Iedereen maakt fouten, het hoort bij het leven. Als je je kind leert dat het niet erg is om fouten te maken en dat je ervan leert, dan zal hij of zij makkelijker uitdagingen durven aan te gaan.
3. Stimuleer het aangaan van uitdagingen
   Het opdoen van succeservaringen door het overwinnen van een uitdaging geeft vaak een enorme boost aan het zelfvertrouwen van je kind. Moedig je kind daarom geregeld aan om (kleine) uitdagingen aan te gaan, hoe eng of lastig het in eerste instantie ook lijkt te zijn.
4. Geef zelf het goede voorbeeld
   Als ouder vervul je een rolmodelfunctie. Zorg er dan ook voor dat jij zelf het goede voorbeeld geeft wanneer het aankomt op zelfvertrouwen en het omgaan met lastige situaties. Als jij laat zien dat je in jezelf gelooft en oplossingsgericht te werk gaat, dan zal je kind dit overnemen.
5. Heb vertrouwen in je kind
   Je kind kan goed aanvoelen of jij wel of geen vertrouwen in hem of haar hebt. Zorg er dan ook voor dat je uitstraalt dat je in je kind gelooft. Let er wel op dat je niet te weinig en niet te veel van je kind verwacht.
6. Geef procesgerichte complimenten
   Het geven van complimenten is een welbekende manier om het zelfvertrouwen van een ander op te bouwen. Zorg er alleen wel voor dat je complimenten geeft die te maken hebben met de ontwikkeling en het leerproces van je kind. Complimenten die gericht zijn op het resultaat kunnen juist averechts werken en faalangst opwekken.
7. Geef je kind zelfstandigheid
   Het kan heel verleidelijk zijn om het handje van je kind vast te houden tijdens lastige situaties, maar weet dat je hiermee je kind de kans ontneemt om zelf te groeien. Geef je kind verantwoordelijkheden voor kleine taken die bij zijn of haar leeftijd passen en laat je kind zelf oplossingen verzinnen voor sommige situaties. Hiermee bied je hem of haar de kans om steeds zelfstandiger te worden.
8. Maak geen vergelijking met anderen
   Vergelijkingen maken met anderen zorgt vaker wel dan niet voor het gevoel niet goed genoeg te zijn, dat je kind niet mag zijn wie hij of zij is. Het is heel belangrijk dat je je kind het gevoel geeft hem of haar te waarderen. Elk kind is uniek en heeft zijn of haar eigen kwaliteiten; benoem deze zonder te vergelijken.
9. Gebruik humor
   Humor gebruiken tijdens het maken van fouten zorgt voor luchtigheid. Laat je kind zien dat het oké is om te lachen om jezelf als je een fout maakt. Lach samen, met elkaar en om elkaar als er iets fout gaat.

Ben je op zoek naar ondersteuning voor je kind op het gebied van leerproblemen? Bij Opdidakt helpen we jullie graag verder met problemen als dyslexie, overige lees- en spellingproblemen, dyscalculie, rekenproblemen en overige problemen die te maken hebben met schoolprestaties. Neem gerust contact met ons op voor meer informatie.