Klas kinderen

Praktische tips voor een prettige en veilige groep

Aan het begin van het schooljaar is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de klas een hechte en veilige groep wordt. Hoe doe je dat eigenlijk? In de psychologie wordt een aantal fasen van groepsvorming onderscheiden (Tuckman, 1965) die de dynamiek in een groep bepalen. Met onderstaande praktische tips kun je als leerkracht invloed uitoefenen op het groepsproces gedurende de verschillende fasen. Zo ontstaat op een leuke manier een gezellige en hardwerkende groep.

1. Forming (het vormen van de groep)

In deze fase komt de klas voor het eerst (weer) bij elkaar. Het is belangrijk om elkaar te leren kennen en samen ervaringen op te doen.

  • Geef aan wat je komend jaar met de klas wilt bereiken.
    Bijvoorbeeld: ‘Ik wil dat wij de leukste klas van de school worden.’
  • Laat de leerlingen zelf aangeven hoe hun ideale klas eruitziet. Maak hiervan een top vijf en bespreek deze met elkaar. Willen zij zo met elkaar omgaan? Dan zijn dit de omgangsregels.
  • Doe kennismakingsspelletjes en laat de leerlingen ook kennis maken met jou als leerkracht.
    Een aantal voorbeelden:
Ballonnenspel
Tik een ballon omhoog en roep de naam van een medeleerling. Deze leerling probeert de ballon omhoog te tikken en roept de naam van een andere leerling.
Wie heeft de bal?
Iedereen gaat in een kring zitten. Pak een zachte bal, noem je naam en zeg wat je leuk vindt om te doen. Vervolgens gooi je de bal naar een leerling. Deze leerling vangt de bal, herhaalt wat jij hebt gezegd en vertelt zelf zijn of haar naam en wat hij of zij leuk vindt om te doen. Dit doe je tot de bal weer bij jou terug is.
Spinnenweb
Iedereen gaat in een kring zitten. Een leerling krijgt een bolletje wol, houdt het draadje vast, noemt de naam van een medeleerling en gooit het bolletje wol naar die leerling. Deze leerling houdt het draadje vast, noemt een andere naam en gooit de bol naar die leerling. Zo gaat het door, tot de laatste uit de kring het bolletje wol heeft gevangen en er een grote spinnenweb is ontstaan.

2. Norming (bepalen van gemeenschappelijk normen)

In deze fase wordt bepaald hoe de groep met elkaar omgaat. Het is belangrijk dat deze fase plaatsvindt voor de stormingfase. Hier kun je actief op sturen.

  • Stel samen klassenregels op. Zorg ervoor dat deze positief geformuleerd zijn.
  • Laat de klas gezamenlijk besluiten nemen, dit bevordert de samenwerking.
  • Benadruk in deze fase de overeenkomsten tussen de leerlingen, niet de verschillen.
  • Doe leuke groepsspellen, zodat leerlingen positieve ervaringen met elkaar opdoen.

3. Storming (conflicten)

Tijdens deze fase worden de posities in de klas ingenomen. Vaak worden in deze fase de leiders bepaald en worden subgroepjes gevormd.

  • Laat leerlingen in verschillende samenstellingen met elkaar samenwerken. Bespreek achteraf wat er goed ging en wat minder goed en hoe het de volgende keer beter kan.
  • Bespreek conflicten en praat deze uit. Als de strijd uit de hand loopt, spreek je de leerlingen aan op de omgangsnormen die in de formingfase zijn bepaald.
  • Geef positieve feedback bij goed gedrag.

4. Performing (presteren)

Bij een positieve groepsvorming zijn de leerlingen in deze fase productief. Ze kennen elkaar goed en weten wat ze aan elkaar hebben.

  • Geef voldoende samenwerkingsopdrachten.
  • Organiseer leuke activiteiten (bijvoorbeeld excursies), zodat de sfeer in de klas positief blijft.
  • Blijf observeren wat er gebeurt in de klas en speel hierop in.

Aandacht besteden aan het proces van groepsvorming kost veel tijd. Wanneer je hier aan het begin van het jaar in investeert, heb je daar de rest van het jaar profijt van.

Met de juiste begeleiding ontstaat in de meeste gevallen een positieve sfeer in de klas. Soms blijkt dit lastiger. Opdidakt kan school, leerkrachten en leerlingen begeleiden bij het verbeteren van de sfeer en omgangsvormen in de groep.

Imke van Neerijnen (Onderwijsadviseur & Orthopedagoog)

Privé delen
Publiek delen